
De vader van Jan en ik hadden ooit -er zat een millenniumbug in ons brein- het zalige idee ingefluisterd gekregen om geldwolverig te gaan investeren in een Sprintplan. De wolffluisteraar was een bescheiden man van onze leeftijd, vooraan in de dertig, met een frisgewassen blonde babylok, onschuldige sproeten, net-niet-foute schoenen en een net-niet-foute auto. Opgetogen zetten wij onze handtekening onder een constructie waarin we beiden maandelijks zo’n vierhonderd euro zouden storten. Per persoon. Vijf jaar lang. Wat zullen ze gelachen hebben bij AEGON, de lok voorop. 400 x 12 x 5 = per buggy brein 24.000 euro in totaal, met behaalde rendementen die op geen enkele wijze garantie gaven voor de toekomst. Dat maakte ons als tweeverdieners niets uit, we konden wel wat missen en we zouden er bovendien rijk van worden.
Totdat het moment aanbrak dat ik in 2004 diep ongelukkig de knoop doorhakte en onze echtverbintenis verbrak. Jan was heel klein, we hadden zijn eerste verjaardag nog niet gevierd. Uit schuldgevoel wilde ik geen partnerpensioen en nauwelijks alimentatie, moest hij nog extra bloeden dan? Dat vond ik te grof. Mijn advocaat wees op zijn voorhoofd, maar zo gingen we het doen. Ik had niet gerekend op de frisse jongens van AEGON, waar onze wolfslok met sproeten niet meer bleek te werken, waar ik niemand nog per telefoon kon bereiken. Ze waren onverbiddelijk. Ik had een betalingsachterstand, kreeg boetes (‘rente’) en moest de volle mep per maand blijven inleggen. Toen heb ik een PL-etje afgesloten. Een Persoonlijke Lening. Zo’n tienduizend euro heb ik geleend om het ene gat met het andere te kunnen dichten. Ik was genaaid, ik liet me naaien.
PeuterJan en ik hadden het goed samen. Hij vrat wel de godganselijke dag mijn aandacht, maar daar had ik iets unieks op gevonden. Als hij onder de douche zat met zijn emmertje en zijn gietertje was hij stil en taalde hij niet naar me. Uren en uren zat hij daar te kraaien van de pret; de frisse jongens van Essent hadden ook pret toen ze mijn jaarafrekening uit de printer draaiden. Merde! Ik nam van schrik een borrel, dit kon er nog wel bij. Goed. We moesten het met bijna niets gaan doen. Elke maand betaalde ik eerst al mijn rekeningen en dan zag ik daarna wel wat er nog overbleef. Bijna niets, dus aten wij winterpeen in alle substanties. Ik wokte ze, raspte ze door een salade en maakte voor vier dagen hutspot. Een keer deed ik de Aardappeleters na, Jan bezag zijn bord en keek me vragend aan: wat was dat? Het was wel goedkoop. De sulfietwijn van de Lidl heb ik in die tijd ontdekt, voor drie euro had je één avond feest en twee dagen allesverscheurende hoofdpijn. Een auto kon ik niet betalen en kleding ook nauwelijks. Met dank voor alle krijgertjes waar Jan jaren in gelopen heeft, hij zag er uit om door een ringetje te halen. Ik had het wel benauwd als er veel feestjes achter elkaar waren, hoe moest ik dat ophoesten? Nooit heb ik dit tegen iemand gezegd, ik beet nog liever mijn tong af. Toch was dit één van de gelukkigste perioden in mijn leven. Ik had voor het eerst van mijn leven voor mezelf gekozen en daardoor ademde ik vrij. De geldmisère werd stukje bij beetje weggewerkt. En het rendement dan? Ha.
Augustus 2016, drie levens verder. Ik zit in de stiltecoupé richting Den Haag CS. Even check ik mijn saldo, hoeveel heb ik dit weekend te besteden in Scheveningen? Wat… Wát? 44.000 euro? De erfenis die ik bijna vergeten was, is overgeboekt. Zo veel geld heb ik nog nooit gezien. Ik verbreek de stilte ruw en onmiddellijk, tot groot ongenoegen van mijn medepassagiers. Struikelend maak ik me uit de voeten en stuur een screenshot naar Caroline, die met me meejuicht. ’s Middags bestel ik aan het strand een glas Prosecco, maar krijg een hele fles. Ik drink die binnen no time leeg en zit als een koningin naar de zon te proosten met mijn nep-Gucci op mijn hoofd. Caroline en ik vieren de volgende dag een bescheiden feestje met wijn van De Gouden Ton aan de Denneweg.
Wat moet een gewone sterveling met zo veel geld? Ik adviseer van harte: maak het op. De eerste 10.000 euro gingen naar een spaardeposito van vijf jaar voor Jan – niet bij AEGON. De tweede 10.000 naar een nieuwe auto. Een nieuwe bank, wasmachine, ja, die nare kruimeldief moest ook vervangen worden… ik heb het met bakken tegelijk uitgegeven. Aan etentjes. Drankjes. Kleding.
Bijna tegelijkertijd met mijn erfenis kwam de Quiet 500 op de markt. Het is een tegenhanger voor de befaamde Quote 500, ‘De glossy die schuurt’. Als je met je vinger over de cover wreef, voelde het aan als echt schuurpapier. De blinkende advertenties schuurden nog veel meer, maar laat ik niet te veel verraden. De interviews met de betrokkenen zijn zeer indringend, maar ook hoopgevend. Mensen in nood worden creatief, en er wordt ondersteuning geboden in alle soorten en maten. Het initiatief ligt bij het Tilburgse Quiet, dat mensen in geldnood ondersteunt. Als ik zo’n glossy lees, weet ik als geen ander hoe het voelt om elke maand te moeten calculeren, zuchten en hopen. En dan had ik nog gewoon een halve baan, geen vetpot, het was iets meer dan een uitkering.
Dus mensen… maak je niet meer druk om het geld dat ik zo her en der heb weggegeven. Ik heb me verbaasd over jullie reacties. Lenen? Dat was prima. Krijgen? Dat veroorzaakte een hoop reuring. Neem het aan zonder gedraai, of neem het niet aan, dat is ook prima. Ik ken de schande en de schaamte, maar ik bereken geen rente. Niet in financieel en niet in moreel opzicht. Ik wil het nooit meer terug, ik hoef niet te weten waaraan het besteed is. Al gaat het naar de hoeren of naar een Tupperware-party: als jullie er maar van genoten hebben. Jullie hebben mij meerdere malen ondersteund, in materiële of niet-materiële zin, dat gaan we niet tegen elkaar wegcalculeren. Ik ben uit de schulden, ik ben blij dat ik iets kan doen en jullie zijn mij niets verschuldigd. Ik houd de namen en de bedragen stil, tot in mijn urn.
Oh, so quiet.
❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️
Ssssssssst….. ?
???