Rotterdam

Hotel New York op de Kop van Zuid
Koning Willem II sprak ooit de gevleugelde woorden: ‘Hier adem ik vrij en voel ik mij gelukkig’. Met ‘hier’ bedoelde hij zijn geliefde Tilburg. De stad was niet zijn vaste woonplaats, daarvoor moest hij te dikwijls op komen draven in de residentie Den Haag. Maar toch, als het enigszins kon, was hij in deze contreien te vinden.
Wat Willem II met Tilburg had, heb ik met Rotterdam.
Rotterdam, Rotjeknor, Hong Kong aan de Maas, 010… ik ben eraan verknocht. Als ik vanuit het Zuiden over de Van Brienenoord de stad binnenrijd en de skyline met de Erasmusbrug zie, maakt mijn hart een vreugdesprongetje. Voor altijd en eeuwig, dat gaat nooit meer weg. Waarom word ik verliefd op een stad en wat doet Rotjeknor in mijn alfabet voor ondernemers?
Mijn sterrenbeeld is Vissen, ik ben zo waterig als wat. Je moet mij dan ook niet te lang in een hooggebergte zetten; na drie dagen ben ik diep ongelukkig en wil ik de weidsheid van een rivierenlandschap of de zee zien. De ruig kolkende Maas en de havens eromheen hebben voor mij een ongekende dynamiek. De diepgewortelde haven- en arbeiderscultuur vind ik heel fijn: geen woorden maar daden, niet lullen maar poetsen. Het is een no nonsense-mentaliteit die ik herken vanuit mijn eigen Tilburg. Tilburg is relatief gezien zo blank als room, ik heb meer met de melting pot van Rotjeknor. Mensen in alle geuren, kleuren en smaken bepalen er het straatbeeld.
Afgelopen zaterdag was ik er weer eens, voor een stadswandeling van toog naar toog. Mijn Rotterdamse gids leidde me van Delfshaven via de Nieuwe Binnenweg en Witte de With naar de Kop van Zuid. Ik was er voor het laatst in 2017. Het viel me op dat Katendrecht intussen zo opgeknapt was, het is het zoveelste gentrificatie-project. In die zin lijkt Rotterdam erg op Berlijn. In beideĀ grandes dames is een groot gat geslagen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar op de een of andere manier blijven zij zichzelf verjongen. Dat zag ik niet alleen aan gentrifiKatendrecht, maar ook aan allerlei start-ups die als paddenstoelen uit de grond schieten. Kleine en grotere initiatieven worden op creatieve wijze op de ramen en etalages geplakt. Dat vind ik mooi.
Toen we op de Erasmusbrug stonden, zag ik pal naast het Noordereiland iets liggen wat ik al geruime tijd ken. Het bestond nog! Ik zag het van ver aan de onmiskenbare oranje streep die over het hele gebouw loopt. In 2005 kwam ik voor het eerst bij Villa Zebra. Het is een kindermuseum voor moderne kunst, waar allerlei workshops gegeven worden en waar ateliers ingericht worden. Voor en door kinderen. Het programma is creatief, het is groen, het is filosofisch, het is literair, het is multimediaal, het is waanzinnig! En het was er dus nog. Met pijn in het hart dacht ik even aan de gecancelde theaterworkshop die ik met twee collega’s heb ontwikkeld voor 750 Tilburgse kinderen. Maar niet getreurd. Deze stadswandeling heeft iets in me aangeraakt, ik loop over van de inspiratie. Die workshops komen wel weer.
Binnenkort ga ik terug naar mijn geliefde Rotjeknor voor nieuwe zuurstof. Dan ga ik la grande dame bedanken, staand op de Willemsbrug, en dan prevel ik in het water: ‘Hier adem ik vrij en voel ik mij gelukkig.’
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks