In de tijd van Caspar Friedrich zaten schrijvers en andere artistiekelingen lijdend op een bergkam. Vol wanhoop staarden zij in de nevelen, zich de haren uit het hoofd rukkend. Zou de kwelling van de afzondering een louterende fase in het creatief proces inluiden?
Een paar weken terug boekte ik dit huisje in het veld, met zulke gedachten. Niet dat ik mijn haren eruit wilde rukken, maar een tikje ‘eraf’ lag ik wel. 2020 was met een paar grote knallen geëindigd, nu wilde ik tijd voor mezelf. Doodmoe stapte ik in 013 in de auto, hoeftrappelend arriveerde ik in Drenthe. Ja! Ik ging een fabel schrijven omdat ik allerlei dieren zou gaan ontmoeten. Ik ging poëzie bedrijven, want dat métier heb ik erg verwaarloosd. Ik ging de resterende 1200 pagina’s van het geweldige Oorlog en Vrede van Tolstoj uitlezen.
De fabel wilde maar niet van de grond komen. Tijdens mijn dagelijkse wandeltochten herkende ik alleen die eenzame reiger, verder was ik te kippig om de rest van het vogelarsenaal te kunnen onderscheiden. Met de poëzie ging het ook niet best; matig is hier een understatement. De sneeuwdeken smolt onder mij vandaan en juist toen ik een of andere druipmetafoor had bedacht voor de liefde, gleed ik uit. Doe normaal Kaat, weg met dat kutgedicht. Tolstoj heb ik niet eens opengedaan.
Wel werd ik voor nieuwe opdrachten benaderd door twee mensen uit mijn netwerk en heb ik een plan gemaakt voor een andere opzet van mijn website. Parallel aan het kijken naar The Queen’s Gambit heb ik mijn online schaakpotjes weer opgepakt. Af en toe zat ik nog iets te zingen met mijn gitaar erbij en de loutering was bijna compleet. The Whole of the Moon!
Toen gebeurde het.
Tijdens een van mijn omzwervingen liep ik bovenop een bronzen beeld, plus een levensgevaarlijke oversteekplaats, een brug, een sluis en een kroeg. Dit kon niet waar zijn. Ik wilde juist géén roman gaan schrijven, dat niet, en hier lag ie. Ondanks mijn hekel aan hardlopen ben ik zo bijna teruggerend naar het huisje. De plot en de personages staan intussen uitgebreid op papier, wat een feest, wordt vervolgd. Ik ben tevreden.
Giovanni is meer dan tevreden, die heeft zijn eigen retraite gehad. Gisteren kwam ik thuis en stapte ik met mijn sok in een plas bier. Als ik hem vandaag nog één dweilles geef, heeft hij toch gecarnavald. Vanavond geef ik hem een louterend hair-of-the-dog-biertje. Proost lieverd, volgend jaar doen we het weer zo.


Mooi Kaatje!
Het verhaal doet, qua onderwerp dan, enigszins denken aan L’ecrivain van Kees van Kooten (uit de bundel Veertig). Ik heb zelf nooit aan dit soort retraites gedaan (maar ook nooit de lange adem voor een roman gehad). Ben benieuwd.
Toch nog allemaal goedgekomen, je retraite avontuur! Goed dat je er even uit bent geweest!!!
Nou Kaat , ben erg benieuwd naar je roman !
Verder weer heerlijk geschreven;) x